Medewerkers zijn vaak meer gefocust op directe financiële voordelen, zoals salaris, dan op hun toekomstig pensioen. Het is weliswaar belangrijk dat werkgevers zorgen voor de opbouw van een aanvullend pensioen én het belang en de voordelen ervan duidelijk communiceren.
In de nieuwe aflevering van de videopodcast Succes Verzekerd, gaat Trees Dierickx dieper in op onder meer de specifieke investeringsmogelijkheden en het belang van rendement. Als verzekeringsexpert in Employee Benefits benadrukt ze de waarde van een langetermijnvisie op aanvullende pensioenen voor zowel werkgever als werknemer.
Aanvullend pensioen en groepsverzekering hebben allebei betrekking op extra financiële voorzieningen voor werknemers. Deze termen worden vaak als synoniem gebruikt, maar er zijn enkele verschillen. De groepsverzekering is ruimer en omvat ook de dekking bij overlijden. Het aanvullend pensioen slaat op de extra financiële steun die je ontvangt wanneer je met pensioen gaat.
Als werkgever kan je een aanvullend pensioen opbouwen voor je personeel, bovenop het wettelijk pensioen. Dit is een interessante benefit omdat medewerkers deze financiële bijdrage goed kunnen gebruiken om ook na hun pensioen in dezelfde levensstandaard te voorzien. Vandaag is een aanvullend pensioen extra aantrekkelijk omdat het wettelijk pensioen vanuit de overheid helaas vaak niet toereikend is.
“De gemiddelde levensverwachting in België is 82 jaar. Als je met pensioen gaat op 67-jarige leeftijd, moet je 15 jaar met dat pensioenskapitaal rondkomen. Als je 97 jaar wordt, moet je er geen 15 maar 30 jaar mee doen.”
Een aanvullend pensioen biedt voordelen voor iedereen: werkgevers, werknemers, zelfstandigen, … Zowel bij grote als kleinere bedrijven zien we dergelijke plannen opduiken. Grote bedrijven bieden dit al langer aan, vaak in combinatie met een cafetariaplan. De ‘war for talent’ blijkt dan weer een belangrijke motivator bij kleinere bedrijven om hiermee aan de slag te gaan.
Je kan een aanvullend pensioenplan of groepsverzekering aanbieden voor alle medewerkers of voor een specifieke personeelscategorie, zoals kaderleden of bedienden. Als je start bij een bedrijf dat zo’n collectief plan aanbiedt, word je automatisch aangesloten.
De keuze voor een aanvullend pensioenplan of een groepsverzekering ligt bij de werkgever. Het is ook de werkgever die de bijdrage bepaalt en zorgt voor de storting. Er wordt doorgaans een vast percentage van het salaris genomen bijvoorbeeld 5% van het maandloon.
Als caring employer kan je je met deze benefit niet alleen differentiëren in de arbeidsmarkt, er hangt ook een aantrekkelijk fiscaal voordeel aan vast. Werkgevers betalen minder sociale zekerheidsbijdragen (RSZ) dan wat zij bovenop een loon zouden betalen als er geen groepsverzekering was. Voor werknemers betekent dit een groter financieel voordeel dan een loonsverhoging.
“Het grootste financiële voordeel zit bij de werknemers: in plaats van slechts 50% van een loonsverhoging over te houden, behouden zij bij dit systeem al snel 80% of meer.”
Er zijn verschillende investeringsmogelijkheden binnen de groepsverzekering en het aanvullend pensioen. Het uitgangspunt: hoe hoger het risico dat je bereid bent te nemen, hoe hoger het rendement.
Bij tak 21 is het rendement vastgelegd. Het risico wordt meestal geplaatst bij een verzekeraar. Die garandeert een vaste interestvoet gedurende de hele looptijd tot aan de pensioenleeftijd, al dan niet in combinatie met een winstdeelname.
Bij tak 23 wordt het risico geplaatst bij een verzekeraar of pensioenfonds. Er is geen interestvoetgarantie. Dit systeem biedt meer flexibiliteit en de mogelijkheid op een hoger rendement, maar houdt een hoger risico in. Zo kan het rendement ook negatief uitpakken.
Duidelijke communicatie naar de medewerkers over de gekozen investering en het verwachte rendement, is aangewezen.
“De overheid heeft bepaald dat werkgevers een minimumrendement moeten garanderen. Momenteel is dit 1,75%.”
Als de verzekeraar niet aan dit minimumrendement van 1,75% voldoet, moet de werkgever het verschil bijpassen. Dit zet sommige werkgevers ertoe aan om van verzekeraar of beleggingsstrategie te veranderen. Het percentage kan stijgen tot maximaal 3,75%, afhankelijk van de ontwikkeling van overheidsobligaties op 10 jaar (OLO's). Nu overheidsobligaties en financiële markten beter presteren, wordt verwacht dat dit rendement op 1 januari 2025 stijgt van 1,75% naar 2,5%.
Jobhoppen – zeer regelmatig van werkgever veranderen – maakt dat mensen tegenwoordig vaak meerdere werkgevers hebben doorheen hun carrière. Dit leidt tot deelname aan verschillende groepsverzekeringen, waarvan de voorwaarden kunnen verschillen. Op zich geen issue maar weet dat een langere periode bij één bedrijf wel vaak leidt tot een hoger rendement.
Het reeds opgebouwde pensioenkapitaal blijft hoe dan ook jouw eigendom. In tegenstelling tot vroeger, kan je het niet meer laten uitbetalen als je van werkgever verandert. Hiervoor is het wachten tot je wettelijke pensioen. De reden is de gunstige fiscaliteit die eraan verbonden is.
Via het online platform My Pension hebben jouw werknemers 24/7 een overzicht van het wettelijk en aanvullend pensioen dat ze al hebben opgebouwd tijdens hun loopbaan. Bij elke werkgever, verzekeraar of pensioenfonds.
Reageren